Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En als hij dit gesproken had, ontstond er [11]tweedracht tussen de Farizeen en de Sadduceen, en [12]de menigte werd [13]verdeeld. 11. Of, oproer. 12. Namelijk dergenen, die daar vergaderd waren. 13. Grieks gescheurd.